Reactie ZN op berichtgeving over wachtlijsten in de GGZ
Vandaag publiceerde de Consumentenbond een bericht over (on)gecontracteerde GGZ-aanbieders. Dit bericht geeft deels een onjuist beeld, omdat niet gekeken wordt naar het soort zorg (bijvoorbeeld monodisciplinaire of multidisciplinaire zorg) dat verleend wordt door verschillende GGZ-aanbieders en omdat aanbieders soms dubbel geteld worden.
Zorgverzekeraars vinden het van groot belang dat de GGZ goed toegankelijk is voor iedereen die zorg nodig heeft. Zoals de NZa ook in een vandaag verschenen bericht stelt hebben wachtlijsten verschillende oorzaken. De vraag naar zorg is de afgelopen jaren gestegen en ook het aantal verwijzingen naar de GGZ neemt toe. Daarnaast spelen arbeidstekorten een grote rol. Tegelijkertijd blijkt uit de Informatiekaart van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat het aantal wachtplekken minder sterk stijgt dan voorgaande jaren. Het beeld is bovendien complex omdat iemand bij meerdere zorgaanbieders tegelijk op een wachtlijst kan staan en daardoor dubbel kan worden meegeteld. Zorgverzekeraars werken iedere dag hard met aanbieders, instellingen, gemeenten, overheden en het sociaal domein om samen de toegankelijkheid van de GGZ aan te pakken. In het IZA hebben we meerdere belangrijke afspraken gemaakt die bijdragen aan het reduceren van de wachtlijsten.
Het beeld dat in de berichtgeving van de Consumentenbond wordt geschetst doet echter geen recht aan de feitelijke situatie. In Nederland zijn ongeveer 400 instellingen en 5000 vrijgevestigde aanbieders die GGZ-zorg verlenen. De Consumentenbond komt waarschijnlijk tot een getal van 8000 doordat verschillende vestigingen of aanbieders dubbel geteld worden. De Consumentenbond baseert zich op zorgzoekers/zorgvinders die niet tot doel hebben een totaaloverzicht van gecontracteerde aanbieders te geven maar bedoeld zijn om zorgverleners te vinden. Gemiddeld bestaat overigens ongeveer 93% van de zorg in de GGZ uit gecontracteerde zorg.
Daarnaast is het van groot belang niet alleen te kijken naar het totaal aantal aanbieders, maar vooral naar welke soort zorg door welke aanbieder wordt geleverd. Zorginstellingen die multidisciplinaire zorg aanbieden worden nagenoeg allemaal gecontracteerd en leveren een andere vorm van zorg dan individuele aanbieders, die uiteraard in hun eentje slechts monodisciplinaire zorg kunnen leveren. Er staan veel mensen op wachtlijsten die behoefte hebben aan hoog-complexe multidisciplinaire zorg. Deze zorg wordt geleverd in de genoemde instellingen en dit is vaak zorg die niet door kleine individuele aanbieders geleverd kan worden.
Een groot knelpunt is zoals gezegd het personeelstekort in de betreffende instellingen. Een van de uitdagingen is daarbij om samen te kijken naar wat beroepsgroepen in de GGZ helpt om weer te kiezen voor een dienstverband bij een instelling, inclusief deelname aan dienstenstructuren in de acute GGZ, ten opzichte van bijvoorbeeld een vrijgevestigde rol. Doordat ongeveer 7% (in termen van omzet) van de zorg in de GGZ ongecontracteerd geleverd wordt en ongeveer 8% van de zorg in de GGZ in vrijgevestigde vestiging (in termen van omzet), waarbij ook zorgprofessionals betrokken zijn waaraan een groot tekort is in de genoemde instellingen, is sturing door zorgverzekeraars in de contractering op dit punt beperkt mogelijk. Verplichtingen via de wetgever aan zorgverleners om ook voldoende beschikbaar te zijn voor het werk in de complexe GGZ en het verhogen van de drempel voor het ongecontracteerd leveren van zorg, zouden helpen bij het sturen in de gewenste richting.
Om de toegankelijkheid tot zorg de komende jaren samen met aanbieders verder structureel te verbeteren zijn daarnaast een aantal randvoorwaarden wel van groot belang. Rond wachtlijsten is tot op heden geen data beschikbaar over bijvoorbeeld de wachtlijsten per zorgverzekeraar. Om te kunnen sturen op de knelpunten is data nodig, niet alleen over wachttijden, maar ook over het aantal wachtende per zorgverzekeraar, per regio, per specialisme en bij voorkeur de zorgvraag van de wachtende zelf. Zorgverzekeraars vragen hier al geruime tijd om. Zorgverzekeraars kunnen daarmee actie ondernemen en hun verzekerden ondersteunen door bijv. extra zorginkoop of zorgbemiddeling.
Uitgelichte artikelen
Gewijzigde rekenmodule Wlz
In het gesprek met de cliënt over zorg thuis, gebruiken zorgaanbieders de Rekenmodule Wlz als hulpmiddel. Met de rekenmodule beoordelen zorgaanbieders en zorgkantoren of zorg doelmatig en verantwoord wordt ingezet. De afgelopen jaren is de Excel van de rekenmodule complexer geworden en moeilijk te onderhouden. Daarom is vanaf 1 januari 2025 een gebruiksvriendelijkere online rekenmodule beschikbaar.
Zorgverzekeraars vergoeden medisch noodzakelijke mineralen-geneesmiddelen ook in 2025
Zorgverzekeraars vergoeden ook volgend jaar een aantal zogeheten mineralen-geneesmiddelen vanuit de basisverzekering. Het gaat om kaliumcitraat, magnesiumcitraat, magnesiumgluconaat, magnesiumlactaat en zinksulfaat (zogeheten mineralen), die een groep patiënten niet als voedingssupplement maar als geneesmiddel gebruikt. Dit betreft alleen de bereidingspreparaten en niet de merkproducten Magnence en Magemedi.
Pgb op maat vanaf 2025 voor budgethouders
Vanaf 2025 nemen zorgkantoren contact op met de pgb-beheerder over een budget afgestemd op de zorg die nodig is. Dit heet pgb op maat.